“Goedemorgen Roland, ben je er klaar voor?”, zei Gerben Pol. Hij had alles in de puntjes geregeld, controleerde de Cuore en liet mij voorgaan naar het voertuig waarmee ik in het vervolg op pad zou gaan: de Toyota Mirai uit 2017, een waterstofauto. Mijn eerste ritje was samen met Gerben en ik moet toegeven dat ik serieus mijn ogen uitkeek. Ik zag de start- en stopknop, een overzichtelijke boardcomputer met touchscreen waarmee je kunt navigeren, bellen en zelfs via bluetooth kunt luisteren naar je eigen playlist via Spotify. “Waar is de versnellingspook en het koppelingspedaal?” Gerben lachte en zei dat het een automaat is met gaspedaal en een rem. “Deze kleine pook kan alleen in de vooruit of in de achteruit.” Het was voor mij allemaal nieuw.
Het afgelopen voorjaar, deze zomer en ook de eerste najaarsweken heb ik in totaal een paar duizend kilometer gereden met de Mirai. En ik vind het een genot om ermee van A naar B te gaan. Allereerst weet je zeker dat de auto altijd start als je op de startknop drukt. Dat is al een goed begin. Alle knoppen verschijnen dan op het dashboard en er volgt een systeemcheck plus een automatische controle op bandenspanning, airbags, tankinhoud, etc. Maar het is eigenlijk vooral dat ik me enorm veilig voel in deze auto. Zo worden er als ik van mijn oprit achteruit rij automatisch camera’s in werking gesteld en zie ik op het dashboard wat mijn achterbumper ook ‘ziet’. Je hoeft als het ware niet eens je hoofd te draaien om te kijken of er iemand achterlangs loopt of een voertuig passeert. Want mocht dat gebeuren, dan gaan alle pieptonen af. Eenmaal op de snelweg, als ik de cruise control aanzet, gaat de auto vanzelf langzamer rijden om een veilige afstand te behouden tot mijn voorgangers. Word ik ingehaald, dan zie ik dat op mijn buitenspiegel door een oplichtend lampje. Staat de auto niet op cruise control en kom ik bijvoorbeeld te dicht op mijn voorganger, zal de auto automatisch overgaan tot een nood-brake. Je hoort dan ook een alarm en je ziet het op je dashboard. Deze auto ademt veiligheid.
Verder is de auto superstil van binnen en kun je genieten van muziek, de geluidboxen zijn perfect. De leren stoelen zitten heerlijk, ook voor lange mensen zoals ik (1,94 meter). Het waterstofgas tanken is zelfs een plezier. Meestal tank ik aan de waterstofpaal in Pesse. Met 1 simpele klik zet ik de slang op de tankinlaat. Even 3 seconden wachten en dan gaat het blauwe knopje op de slang branden. Dat gebeurt als de druk in de slang is verhoogd tot 700 bar. Vervolgens wordt na 1 druk op de knop de gastank binnen 5 minuten met ongeveer 5 kg waterstof gevuld.
Er is 1 uitdaging, en dat is het bereik van de Toyota. Met een volle tank kan ik maximaal 450 kilometer rijden op 1 tank. En soms bezoek ik klanten op verre afstand. Laatst reed ik met een collega naar Eindhoven om een weerpresentatie te geven voor zeezeilers, heen en terug was dat ruim 400 kilometer. Bij vertrek meldde mijn dashboard 460 kilometer. Toen ik diezelfde avond opnieuw ging tanken in Pesse had ik inderdaad nog 50 km op de display staan. De auto is ook op dit punt geslaagd.
Kortom, mijn beleving met deze waterstofauto is tot nu toe alleen maar positief. De gedachte van ‘groen’ rijden geeft mij bovendien een goed gevoel. En mocht ik een keer enorme dorst hebben en geen geld bij de hand, dan plaats ik een beker onder de uitlaat en drink gewoon het schone water dat er uitkomt op.
Roland van der Zwaag